AI geïntegreerd in robotica biedt enorme innovatiekansen, van de industrie tot de gezondheidszorg en de dienstensector. De introductie van AI in robotica zorgt ook voor nieuwe uitdagingen voor wetgevers en juristen om passende regels te ontwikkelen voor etiquette, veiligheid, aansprakelijkheid en gegevensbescherming.
AI maakt het mogelijk om te dromen van de mogelijkheid van onafhankelijke beweging door voertuigen, wat een speciale aanpak vereist voor de regulering en standaardisatie van dergelijke technologieën. AI kan ook worden gebruikt in industriële robots die complexe en gevaarlijke productieprocessen kunnen uitvoeren, waardoor zowel de arbeidsproductiviteit als de arbeidsveiligheid toeneemt. AI in medische robots wordt gebruikt om precisiechirurgie, diagnose en patiëntenzorg uit te voeren; er zijn dus problemen met aansprakelijkheid en medische privacy. Het gaat ook om gadgets voor thuiszorg, onderwijs en entertainment, waarbij AI helpt om de functionaliteit van robots af te stemmen op wat gebruikers nodig hebben en verkiezen.
Robots die gebruik maken van AI verwerken en slaan vaak grote hoeveelheden gegevens op, waaronder persoonlijke gegevens van gebruikers. Deze moeten worden beschermd in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het ontwerp en de werking van robots die gebruik maken van AI moeten worden gebaseerd op ethische normen die mogelijk misbruik voorkomen en mensenrechten en vrijheden respecteren. Zorg voor speciale normen en standaarden die de eisen definiëren met betrekking tot de veiligheid, efficiëntie en betrouwbaarheid van AI-gebaseerde robots.
Kunstmatige intelligentie in de robotica is een van de meest veelbelovende gebieden waarop de resultaten in een aantal opzichten de essentie van menselijke activiteit zouden kunnen veranderen. Tegelijkertijd is een succesvol en veilig gebruik van dergelijke technologieën alleen denkbaar op voorwaarde dat er een adequaat wettelijk kader wordt gecreëerd dat het gebruik van AI, gegevensbescherming en de bescherming van mensenrechten reguleert, en dat de verantwoordelijkheid voor de handelingen van robots wordt gedefinieerd. Het zal alle inspanningen van wetgevers, technologieontwikkelaars en de maatschappij vergen om dit kader te ontwikkelen en in praktijk te brengen.
Kunstmatige intelligentie – Wat is het?
Kunstmatige intelligentie (AI) verwijst naar een deelgebied van de computerwetenschap dat zich bezighoudt met het ontwerpen van machines die dingen kunnen doen, meestal met behulp van menselijke intelligentie. In het bijzonder is het het vermogen van een computerprogramma of machine om te denken, te leren en zichzelf te verbeteren op basis van ervaring, leren (het verwerven van informatie en regels voor het gebruik van de informatie), redeneren (het trekken van gevolgtrekkingen uit regels om tot benaderende of definitieve conclusies te komen) en zelfverbetering. In het bijzonder heeft AI – in machine learning – het vermogen om te leren zonder expliciete programmering om automatische gegevensverwerking uit te voeren.
Belangrijke AI-componenten en -methoden zijn onder andere:
- Machinaal leren: Technologieën waarmee computers kunnen leren van gegevens en voorspellingen of beslissingen kunnen nemen op basis van eerdere ervaringen.
- Diep leren is een onderdeel van machinaal leren dat bestaat uit zeer complexe neurale netwerken met veel abstractielagen.
- De inspiratie voor neurale netwerken ligt in de structuur van het menselijk brein, dat na training op enorme hoeveelheden gegevens in staat is om te leren en patronen te herkennen.
- Verschillende toepassingen van AI barsten los in de volgende sectoren:
- Diagnose in de gezondheidszorg, het maken van gepersonaliseerde behandelplannen en het beheer van medische gegevens.
- Financiële diensten – automatisering van handel, risicobeheer, detectie van fraude
- Auto-industrie – ontwikkeling van autonome voertuigen en rijhulpsystemen.
- Ethische en juridische aspecten van het gebruik van AI vragen speciale aandacht, omdat er vragen rijzen over privacy, veiligheid en verantwoordelijkheid voor de beslissingen van machines. Dit veronderstelt natuurlijk de daadwerkelijke ontwikkeling van wet- en regelgevingskaders die het gebruik van AI reguleren in overeenstemming met de veilige en effectieve toepassing ervan in het belang van de samenleving.